Statiegeld blijft
- Details
- Category: Supporter van Schoon
- Published: Thursday, 12 June 2014 10:25
In de raamovereenkomst staan afspraken tussen IenM, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het verpakkende bedrijfsleven over onder meer het duurzamer maken van verpakkingen en de inzameling, hergebruik of recycling ervan zoals grote PET-flessen. Het heffen van statiegeld op deze flessen van één, anderhalve en twee liter is een bevoegdheid van het verpakkende bedrijfsleven zelf. In de Raamovereenkomst is echter afgesproken dat er toestemming van de staatssecretaris moet zijn voor het opheffen ervan. De branche is vervolgens vrij in haar keuze of ze statiegeld laat bestaan of niet. Die vrije keus is er nu niet omdat de staatssecretaris geen toestemming geeft voor het opheffen van statiegeld.
Uit onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat in supermarkten nog steeds verpakkingsmateriaal ligt dat PVC bevat. Een van de voorwaarden om statiegeld vrij te geven, was dat dit niet zo zou zijn. “Het bedrijfsleven moest aan alle eisen voldoen en dat is niet gebeurd,” aldus Mansveld.
Aan andere eisen, bijvoorbeeld het hergebruik van 90.000 ton kunststof en het plaatsen van inzamelingsbakken voor kunststof bij supermarkten, heeft het bedrijfsleven wel voldaan. Mansveld: “Ik ben blij dat er meer plastic uit huishoudelijk afval is gerecycled. Zo komen we steeds dichter bij een economie waarin hergebruik centraal staat. Daar is mijn afvalbeleid op gericht en daar moeten ook alle middelen op gericht zijn.”
De staatssecretaris wil dat in 2020 75 procent van het huishoudelijk afval en het afval van bedrijven en kantoren gescheiden is. Ook wil zij het afval dat nu wordt gestort of verbrand in tien jaar halveren; van nu bijna tien miljoen ton naar vijf miljoen ton in 2020.
Staatssecretaris Mansveld beziet medio 2015 de voortgang van de afspraken in de Raamovereenkomst opnieuw; onder andere of dan alle PVC-verpakkingen uit de supermarkten zijn verbannen. Mansveld vraagt de ILT om voor die tijd weer te toetsen of het bedrijfsleven aan de eisen heeft voldaan.